Onderwerpen in dit artikel:

Onze meest geavanceerde formule voor de overgang van borst- naar flesvoeding of in combinatie met borstvoeding

De WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) erkent moedermelk als de ideale voeding voor zuigelingen, vanaf de geboorte en dit gedurende de eerste zes levensmaanden.
In sommige gevallen is borstvoeding echter niet (meer) mogelijk of gewenst. Dan komt de overstap naar een flesvoeding met babymelk.

Daarom is het als gezondheidsmedewerker essentieel dat u de moeder adviseert over de meest geschikte formule voor de behoeften van haar baby, na borstvoeding of in combinatie met borstvoeding, vanaf de geboorte of na een paar maanden.

05 februari 2021 | Leestijd: 10

De overgang van borst- naar flesvoeding of in combinatie met borstvoeding

Wat de reden ook is om over te schakelen op zuigelingenvoeding, het belangrijkste is om een flesvoeding te kiezen die het dichtst bij moedermelk aansluit om aan de specifieke behoeften van de baby te voldoen.

Voeding speelt een sleutelrol, vooral tijdens de eerste 1000 dagen van het leven (vanaf het begin van de zwangerschap tot het kind twee jaar oud is), het helpt de basis te leggen voor een goede gezondheid, voor een optimale neurologische en immunitaire groei en ontwikkeling (1,2).

De toename van de wetenschappelijke kennis heeft geleid tot een enorme ontwikkeling op het gebied van zuigelingenvoeding. Huidig wetenschappelijk onderzoek en studies naar de behoeften van moeders en baby’s, hebben het mogelijk gemaakt om zuigelingen melk te ontwikkelen die zo dicht mogelijk bij moedermelk ligt.

Als gezondheidsmedewerker staat u in de frontlinie om ouders het juiste advies te geven over de geschikte voeding voor hun kind, vooral bij de overgang van borst- naar flesvoeding of wanneer flesvoeding in combinatie met borstvoeding gegeven wordt.

Moedermelk is de gouden standaard

De complete en diverse samenstelling van moedermelk maakt het de ideale voeding voor zuigelingen, omdat het alle essentiële voedingsstoffen bevat die de baby nodig heeft om zich goed te ontwikkelen (3). Het wordt aanbevolen door de Wereldgezondheidsorganisatie voor ten minste de eerste zes maanden na de geboorte. (WHO-aanbeveling voor borstvoeding)

Nutrilon Profutura, nu dichter bij moedermelk

Nutricia is al 120 jaar een pionier op het gebied van onderzoek naar kindervoeding. De 600 onderzoekers en voedingsdeskundigen in ons onderzoeks- en ontwikkelingscentrum bestuderen elke dag de geheimen van moedermelk.

De teams van wetenschappers en voedingsdeskundigen van Nutricia bestuderen de diversiteit, complexiteit en hoeveelheid bestanddelen van moedermelk. Zo waren zij in staat om sleutelbestanddelen zoals HMO’s (Human Milk Oligosaccharides) te identificeren en een unieke mix van pre- en postbiotica te ontwikkelen.

Daarom hebben we in onze Nutrilon® Profutura-formule de unieke mix van prebiotische scGOS / lcFOS-oligosacchariden geïntegreerd in dezelfde verhouding als in moedermelk, biotica (pre- en postbiotica) en vervolgens HMO's waarvan de structuur identiek is aan de HMO's die van nature in moedermelk aanwezig zijn.

Nutrilon® Profutura biedt een combinatie van oligosacchariden met korte en lange ketens, die de hoeveelheid, diversiteit en functionaliteit benaderen van oligosacchariden die van nature in moedermelk aanwezig zijn (7-10).
Onder deze prebiotische oligosacchariden bevat Nutrilon® Profutura daarom twee HMO's, namelijk 2'FL en 3'GL, waardoor onze formule zo dicht mogelijk bij de samenstelling van moedermelk kan komen .
Nutrilon® Profutura bevat ook het hoogste niveau van HMO's in onze Nutrilon-formules.

Deze prebiotica en HMO's ondersteunen het immuunsysteem van het kind door hun directe en indirecte effecten op de microbiota en de intestinale barrière (7-12).

Wat betreft het lipidenprofiel biedt Nutrilon® Profutura een ß-palmitaatgehalte van 34%. Dit ß-palmitaat wordt geleverd door melkvet. Het zorgt voor een betere vetopname en brengt de ontlasting dichter bij die van baby's die borstvoeding krijgen door de vorming van calciumzepen te verminderen (19).

Het eiwitgehalte van Nutrilon® Profutura valt binnen de lage range van de geldende Europese regelgeving (21).
Bovendien biedt Nutricia exclusief in Nutrilon® Profutura postbiotica die het resultaat zijn van ons unieke fermentatieproces.

Hoewel de Europese regelgeving de toevoeging van arachidonzuur (ARA) aan zuigelingenmelk niet vereist, bevat Nutrilon® Profutura 1 dit vetzuur, ook aanwezig in moedermelk, in een hoeveelheid van 16,5 mg / 100 ml.

Deze aanbreng van arachidonzuur wordt gecombineerd met 16,5 mg / 100 ml DHA. ARA en DHA zijn vetzuren die van nature in moedermelk voorkomen, ze zijn nodig voor het goed functioneren van ons lichaam en voor een betere neurologische (22) en visionaire (23) ontwikkeling.

Nutrilon Profutura heeft dus veel voordelen:

  • De samenstelling leunt zo dicht mogelijk aan bij moedermelk (25,26)
  • Het ondersteunt het immuunsysteem via de microbiota (7-12)
  • Het zorgt voor zachte ontlasting die zo dicht mogelijk aanleunt bij die van baby's die borstvoeding krijgen (27,28)
  • Vergemakkelijkt de spijsvertering en verbetert de opname van vet dankzij het melkvet dat het bevat (19)

Samengevat zorgt de unieke samenstelling van Nutrilon® Profutura, zo dicht mogelijk bij moedermelk aanleunt, voor een soepele overgang of combinatie van borstvoeding naar flesvoeding.

Ondersteuning voor ouders

Om u zo goed mogelijk te ondersteunen bij het begeleiden van ouders tijdens de overgang van borstvoeding naar flesvoeding of bij een combinatie van beide, kan u hen ook doorverwijzen naar onze consumenten website klik hier om naar de consumenten website te gaan.

Voor meer gepersonaliseerd advies, kunt u ook contact opnemen met onze diëtisten op het nummer 0800 16 685.

Onze Nutricia-teams hebben ook tools ontwikkeld om ouders zo goed mogelijk te ondersteunen tijdens de zwangerschap en de groei van het kind.
Klik hier om toegang te krijgen tot het overzicht van de tools.

Ons volledig Profutura assortiment

Referenties

  1. Shamir R, et al. Gut Health in Early Life, Wiley, 2015.
  2. Karakochuk C.D, et al. The Biology of the First 1000 days, CRC Press, 2018.
  3. Recommendation allaitement maternel de l’OMS.
  4. Thurl S, et al. Nutrition Reviews, 2017; 0(0):1-14.
  5. Stahl B, et al. Anal Blochem, 994;223:218-26.
  6. Finke B, et al. J. Agric. Food Chem, 2002; 50, 473-4748.
  7. Roberfroid M, et al. British Journal of Nutrition, 2010; 104(S2):S1-S63.
  8. Boehm G, et al. Arch. Dis Child, 2002; 86:F178-81.
  9. Bruzzese E, et al. Clin Nutr, 2009; 28(2):156-61.
  10. Knol J, et al. J Pediatr Gastronterol Nutr, 2003; 36:566.32.
  11. Knol J, et al. British Journal of Nutrition, 2005; 94:783–90.
  12. Tims S, et al. J Pediatr Gastroenterol Nutr, 2018; 66(S2):1-1177;N-O-013:884.
  13. Varasteh S, et al. J Pediatr Gastroenterol Nutr, 2019; 68(S1);N-P-016:1049.
  14. Yu ZT, et al. J Nutr, 2016; 146(10):1980-90.
  15. Ruiz-Palacios GM, et al. J of Biol Chem, 2003; 278(16):14112-14120.
  16. Weichert S, et al. Nutrition Research, 2013; 33(10):831-8.
  17. Moro G, et al. J Pediatr Gastroenterol Nutr, 2002; 34:291-5.
  18. Knol J, et al. Acta Paediatr Suppl, 2005; 94(449):31-3.
  19. Havlicekova Z, et al. Nutr Journal, 2016; 15:28.
  20. Koletzko B, et al. 2019.
  21. Kelishadi R, et al. 2012.
  22. Règlement Délégué (UE) 2016/127 de la Commission 25 Septembre 2015.
  23. Hadders-Algra M. Nutrients, 2010; 2;790-804.
  24. Neuringer M. Am J Clin. Nutr, 2000; 71(suppl): 256S-267S.
  25. Delplanque B, et al. J Pediatr Gastroenterol Nutr, 2015; 61: 8-17.
  26. Tackoen M. Rev Med Brux, 2012; 33 : 309-17.
  27. Herrera AR et al. Nutrients, 2019; 11(7), 1530.
  28. Rodriguez-Herrera A, et al. Nutrients, 2019; 11, 1530, 1-15.